21 juli
Vandaag is Loes jarig. Hoewel we bij Maria ontbijten hebben we eerst taartjes geïmproviseerd van een halve bruine boterham met pindakaas, schijfje komkommer en een plakje tomaat. Onze kaars erbij aangestoken. Zo hebben we gezongen, ’taartje’ gegeten, kadootjes uitgepakt.
We zijn nu in Marron-dorp Gunzi. Een uur varen op de Suriname-rivier vanaf Atjoni, waar de weg ophoudt. Er is hier een begrafenis-feest aan de gang. Dat betekent een etmaal muziek. Trommels, gezang, dj en veel dansen. Soms op muziek van de dj, met veel bilschudden. Soms staan de vrouwen gebukt in een kring ritmisch in hun handen te klappen terwijl een of twee in het midden uitbundig dansen. Gunzi is niet gekerstend, dus hier geen kerk, school of polikliniek. Maar wel authentieke rituele rondom een begrafenis. Het feest – en de ‘herrie’ – ging de hele nacht door tot ’s ochtends 12 uur. Wij waren gisteravond al een tijdje gaan kijken en dansen, de kinderen gingen vanochtend mee. Iedereen op het feest inmiddels moe en dronken natuurlijk, maar er werd nog flink getrommeld en gedanst. Later ’s ochtends zag ik nog vrouwen – onder begeleiding van 2 trommelaars – as of aarde uitstrooien bij de toegang van het dorp.
TeiWei – het touristendeel van het dorp Gunzi – wordt gerund door Wally Ajaiso, lid van de nationale assemblee. Hij vertelde dat hij uit het parlement dreigt te worden gezet, het rommelt dus. Hij pendelt regelmatig op en neer tussen Gunzi en Paramaribo, toch reis van zo’n 5 uur. Ook kent hij Mutu, uit het dorp Kayapaati, die collega is van Roelie in NL. Als kan stappen we morgen misschien even uit als we weer naar Atjoni varen.
Op dit moment zit Bartjan de computer van onze bootsman Kwami schoon te vegen, en de studio van de locale radiozender hier.
Eerder vandaag hebben we in heel sloom tempo een wandeling gemaakt naar Laduani, een dorp verderop, waar een vliegveldje is: een paar voetbalvelden gras achterelkaar. In dat dorp kwamen we in de werkplaats van een timmerman terecht die heel mooie kasten maakte van hardhout uit het bos hier. Hij zaagt de planken met de kettingzaag, daarna door een schaaf/vlakbank, knap!
Daarna vinden we de vrouw die brood bakt. Cassavemeel wordt gestrooid op een ronde metalen plaat boven een vuur. Voordat het hard is maakt ze er patronen in met haar vingers. Blijkbaar gaat dat meel aan elkaar plakken bij warmte, want er zijn verder geen toevoegingen. We kopen natuurlijk ook zo’n brood, een soort grote broze pannenkoek.
Op de terugweg gaan de kinderen zwemmen in een kreek waar nog wat kinderen zwemmen. Met gebaren maken ze samen plezier.
’s middags is het alleen maar luilakken. Einde van de middag nog even afkoelen in de rivier. En Hugo en Wout gaan nog even voetballen met de jongens van het dorp.